Waarom in het
onderwijs?
Dit is de vraag die velen mij stellen. Waarom
studeer ik een master vertalen als ik geen vertaler wil worden? Simpelweg omdat
het mij een saai beroep lijkt. In de loop van vorig academiejaar, het jaar
waarin ik mijn master volgde, kregen wij allerlei mensen te zien die praatten
over hun beroep als vertaler. Het waren zowel literaire als technische, juridische
en wetenschappelijke vertalers. Al deze personen lieten mij maar een trieste
nadruk na. Deze mensen leken wel afgesloten van de buitenwereld en te leven op
hun eigen eilandje waar ze zielig achter hun pc zaten. Sommigen gaven zelfs toe
dit eigenlijk niet graag te doen. Toen ze vertelden dat ze zelfs amper hun
brood met vertalen verdienden en daarvoor regelmatig een nachtje door moesten werken,
wist ik genoeg.
Ik ben altijd een sociaal beest geweest en m’n leven
eenzaam slijten achter een pc met een stel woordenboeken leek niet het leven te
zijn waarvan ik altijd al gedroomd had. Het sociale aspect van leerkracht
spreekt mij enorm aan. In welke andere job ben je zoveel met jonge mensen
bezig? Ook de waardering die je krijgt van sommige leerlingen, vind ik hartverwarmend.
Bovendien is mijn moeder ook leerkracht in het secundair onderwijs en zo weet
ik dus al een beetje waaraan ik mij kan verwachten. En dat het niet steeds rozengeur
en maneschijn zal zijn, daar ben ik mij uiteraard ook bewust van. Maar aan welk
beroep zijn er geen minpunten?
Welke vakken?
Ik zou graag Frans geven. En, als er scholen
zijn die ook Spaans onderwijzen, ook graag Spaans. Dit zijn dan ook de talen
die ik gestudeerd heb. Ik ben een echt taalbeest. Al van kinds af was ik
gepassioneerd door vreemde talen. In het middelbaar volgde ik dé taalrichting
bij uitstek: Grieks-Latijn. Ik hou er van om te kunnen communiceren met mensen
uit een andere cultuur. Spraakkunst en woordenschat zijn mijn
lievelingsonderdelen omdat ze de bouwstenen vormen van een taal. Mijn
toekomstige leerlingen weten dus al waar ze zich aan mogen verwachten!
Frans is altijd mijn lievelingsvak geweest in
het secundair. Misschien omdat het de taal van de liefde is? Of misschien omdat
ik vaak Frans hoorde als kind (Ik woonde op 100 m van de Franse én Waalse
grens!) en veel Franstalige vrienden had? Vaak vroegen medeleerlingen mij in
het middelbaar om uitleg als ze iets niet verstonden en ik vond het dan altijd
geweldig als ik hen iets kon uitleggen. Misschien daar al een eerste teken dat
ik onderwijzer wilde worden?
Aan het einde van mijn secundaire loopbaan
besloot ik om nog Spaans bij te studeren. Ik wou per se nóg een nieuwe taal
studeren. En dan nog liefst een taal die je in onze streek niet veel hoort. Daarnaast
heb ik ook een passie voor de zuiderse culturen en Spaans vond ik altijd al een
prachtige taal.
Frans en Spaans worden gerekend onder de AV
(Algemene Vakken). Op de site van het Vlaamse Onderwijs zie ik dat ik over een
voldoend geacht diploma beschikt vermits ik de lerarenopleiding doe. Ik mag dan
les geven in de 2e en 3e graad ASO/TSO/KSO en in de 3e
graad BSO.
Aangezien Frans en Spaans onder de noemer van
Algemene Vakken valt, betekent dit dat ik een fulltime heb in het secundaire
onderwijs vanaf 20 uren als ik in de 3e graad les geef en 21 uren in
de tweede graad. Ik moet wel rekening houden met een plage-uur in het
secundair. Als ik in het
volwassenonderwijs zou lesgeven dan heb ik een fulltime wanneer ik 20 uren
presteer. Hier zijn geen mogelijke plage-uren aan verbonden. Ook kunnen er mij
nog BPT-uren of Bijzondere Pedagogische
Taken worden toegekend. Ik vind het volkomen normaal dat men je dit kan
vragen. Ik heb er dan ook geen enkel bezwaar tegen. Het kan zelfs uitdraaien op
een leuke en leerrijke ervaring.
Wat met solliciteren?
Dit vond ik een interessant stukje in de cursus
daar ik nog geen enkele ervaring heb met solliciteren. Tijdens mijn
sollicitatiegesprek zal ik uiteraard letten op mijn taalgebruik en mijn
voorkomen. Natuurlijk speelt ook je diploma een rol. Aangezien ik slechts een
voldoende geacht diploma heb, hoop ik toch
om snel een opdracht te vinden. Het schijnt dat er een tekort is aan
taalleerkrachten in het secundair, en dan vooral voor Frans… Klinkt
veelbelovend! Tijdens mijn sollicitatiegesprek zal ik uiteraard enkele troeven
uitspelen zoals het feit dat ik op Erasmus ben geweest naar Barcelona (goede
kennis van het Spaans) en dat ik een uitstekend stageverslag heb gekregen. Ook
dat ik een bachelorproef heb geschreven over de nieuwe onderwijsvormen en
evaluatiesystemen, is zeker een pluspunt.
Afbeelding
Tot slot had ik graag mijn blogbericht afgesloten
met een afbeelding. Het is een afbeelding van Roland Barthes, een Frans
intellectueel en wetenschapper in de semiotiek. In 1977 kreeg hij de eer om les
te geven in het prestigieuze “Collège de France” in Parijs. In zijn eerst les,
die hij “Leçon” noemde, legde hij uit wat lesgeven volgens hem is. Hij deed dit
adhv een mooie beeldspraak. Hij omschreef het als een kind en een moeder. De
moeder staat voor de leerling en het kind voor de leerkracht. Het kind speelt
op een rustig speelpleintje en brengt telkens een steen of een bolletje wol
brengen naar zijn moeder. Dit staat voor de kennis. Uiteraard heeft dat
steentje slechts betekenis als de moeder zich in de plaats van het kind stellen.
Er moet een soort relatie bestaan tussen het kind en de moeder, dus tussen de
leerkracht en de leerling. Alleen dan is de kennis die wordt meegedeeld nuttig.
De klas (het rustige speelpleintje, zoals Barthes het noemt) is ook een soort
wereld die niet echt is. Eventjes zijn leerkracht en leerling in een fictieve
wereld en buiten raast de echte wereld aan hen voorbij.
Dit vind ik een prachtige beeldspraak van
Barthes en dit is exact hoe ik zie dat lesgeven is. Je kennis doorgeven en leerlingen
weten te boeien. Maar er moet een zekere relatie bestaan tussen jou en je
leerlingen.Buiten mag de wereld en het echte leven razen, maar in de klas is
het even een rustig moment waarbij kennis wordt uitgewisseld.

Beste Bruno
BeantwoordenVerwijderenvan harte dank voor je bericht: ik lees dat je een passie hebt voor talen:passie is een belangrijke eigenschap om later het verschil te kunnen maken.
Frans is een taal die minder en minder populair is: goed dat je interesse hebt voor werkvormen - dit in combinatie met je passie zal ervoor zorgen dat je ingang vindt bij leerlingen